Wanneer men in de geschiedenis van de Belgische muziekkorpsen gaat graven, komt men tot de vaststelling dat politiek en muziek heel vaak onlosmakelijk met elkaar verbonden waren. Zo kent ook de Koninklijke Poperingse harmonie een geschiedenis die ouder is dan de Belgische staat en wier bestaan en voortbestaan vaak onderhevig waren aan het politieke klimaat van de tijd.
Pas in 1831 is er voor het eerst sprake van een “stadsmuziek” in Poperinge: een omzendbrief uit Brussel raadde alle gemeentebesturen aan een muziekkorps op te richten die de oefeningen van de verplicht opgerichte burgerwacht kon stimuleren. De “Société philharmonique”, ontstaan in 1802, herrijst uit haar as en wordt door het stadsbestuur gereorganiseerd als stadsfanfare. Deeluitmakend van de burgerwacht ontving de fanfare bevelen en strenge regels van de commandant of van de burgemeester.
In 1837 wordt de overgang gemaakt naar harmonie en wordt in Poperinge een muziekschool opgericht, waartoe men onder strenge voorwaarden muziekles kon volgen en vervolgens toetreden tot de harmonie.
De politieke strubbelingen tussen katholieken en liberalen hadden ook grote gevolgen voor de harmonie: in 1872 kwam het tot een scheuring in een katholiek en een liberaal muziek, de zogenaamde Filharmonie, die ruim 100 jaar later ontbonden werd.
Het katholiek muziek werd bij het Korps des Sapeurs Pompiers gevoegd en kreeg van het stadsbestuur een jaarlijkse subsidie. In 1921 scheurden ze zich los van de brandweer en werden de “Katholieke Harmonie Sinte-Cecilia”, zij het enkel met een financiële bijdrage per officiële prestatie.
In de naoorlogse jaren onderging de harmonie nog een aantal grote veranderingen: nieuwe uniformen, de overgang naar “Koninklijke harmonie” en om de modernisering volledig te maken, een majorettengroep in 1970.
Al in de jaren 70 nam de “Koninklijke Poperingse harmonie Sint-Cecilia”, zoals de officiële naam vanaf toen luidde, regelmatig deel aan tornooien en wedstrijden. Onder dirigent Roger Orroi werd voor het eerst de categorie uitmuntendheid gehaald, een niveau dat opvolgers Gaby Verhaeghe en José Moerenhout steeds met glans wisten te behouden.
Op vandaag is de Koninklijke Poperingse Harmonie nog steeds een bloeiende muziekvereniging bestaande uit de harmonie zelf en een trommelkorps, maar sinds enkele jaren zonder majorettegroep. Nadat dirigent José Moerenhout eind 2007 het dirigeerstokje overdroeg aan Björn de Kock, staat hij borg voor de vakkundige muzikale leiding van de harmonie, het trommelkorps en de opnieuw opgestarte jeugdharmonie.